Saturday, February 06, 2010

Winkelen toen...

                                

In 1933 reisden inkopers van De Bonneterie, een warenhuis in Amsterdam, voor het eerst naar Amerika. Zij brachten japonnen (jurken) mee uit New York, kousen uit Canada en bustehouders uit Hollywood. En ook de eerste ‘costume jewelry’, namaakjuwelen die precies echt leken. Het waren de meest glorieuze tijden voor De Bonneterie. In 1939 had de zaak 15.000 vaste klanten. Ondanks de voorspoed, zelfs tijdens de crisisjaren, zou het vijftigjarig bestaan niet worden gevierd. ‘Vanwege de werkeloosheid, de politieke onzekerheid en de ellende waarin vele van onze medemensen buiten hun schuld zijn geraakt, willen wij geen luidruchtige feeststen geven’, vonden Alfred en Max Cohen. Het personeel ontving een bonus en de directie gaf f.10.000 gulden aan het ‘Amsterdamsch Centraal Comité voor jonge werkelozen’.

                                




Op de foto staat een dame een mantel (jas) te passen in de paskamer. Op de stoel ligt een bontjas. Dat was toen nog de mode maar die zie je tegenwoordig natuurlijk niet zoveel meer.  Ze heeft ook een mooi hoedje op. 

  Nu probeert ze een jurk. De winkeljuffrouw zegt: ‘Oh mevrouw dat staat u heel goed.’
Ze draagt ook kousen en ze heeft schoenen met hoge hakken aan. 
De mevrouw zegt: 'Ja de jurk past en hij staat me goed. Ik neem hem. Maar de jas neem ik niet, die is te duur. '  woordenschat1.web-log.nl/.../index.html



No comments: